Van het boterbloempje en de bij songteksten

Toen de zon lang onder was
En de dauw lei op het gras
Alles stil in de natuur
Bij de geur van bloem en plant
Zat een paartje, hand in hand
En gloeide van het jeugdig minnevuur
Beiden schertsten, zonder schroom
Niemand dacht er om de boom
Waar een bij hun minnekozen ziet
Als hij zuigt de honingdauw
Spreken zij van liefd' en trouw
En de jong'ling zingt zijn meisje zacht een lied!



refrain:
Jij bent mijn boterbloempje
Ik ben de bij
Ik kus de honing van je zoete lipjes
't Maakt me blij
Ik min je, O! Zo teder, teder
En jij mint mij
Jij bent mijn boterbloempje
Ik ben de bij



In de boom zat steeds de bij
En hij zag al dat gevrij
Maar dat vond hij lang niet goed:
" 'k Ben een beestje, wel niet groot
Toch niet van gevoel ontbloot
Al dat gevrij, ach, dat verhit mijn bloed"
Hij vloog als een wilde rond
Of hij ook een meisje vond
Hoe hij zocht, 'n ander was er niet
Hij vloog op haar af, wat 'n schrik
En gaf haar een ferme prik
En de jongeling zong maar weer zijn lied:



refrain



't Meisje was zo erg verschrikt
Dat de bij haar had geprikt
En zij wist niet wat te doen
Ach, het duurde ook niet lang
Of ze kreeg 'n dikke... wang
Haar lief gezichtje was heel uit fatsoen
Maar de bij vloog van haar weg
Het is waar, wat ik u zeg
En hij denkt niet om haar groot verdriet
Als zij iemand zingen hoort
Ach, dan is haar rust verstoord
En ze denkt aan 't voor haar noodlottig lied:



Jij bent mijn boterbloempje
Ik ben de bij
Ik kus de honing van je zoete lipjes
't Maakt me blij
Ik min je, O! Zo teder, teder
En jij mint mij...
Och arm boter boterbloempje
O valse bij!