Maria-Bom songteksten

Als in december zo'n volmaakte
Zachte sneeuwlaag is gevallen
En de kerstboom hangt vol ballen
En de wereld staat vol stallen
Met de ezel en de os



Als de wijzen uit het oosten
En de herders met hun schapen
Met z'n allen rond de kribbe
Waar mijn zoon in ligt te slapen
Zich devoot staan te vergapen
Kijk ik onopvallend af en toe naar Jos



Dat is m'n man - ik noem hem Jos
Het is maar dat u 't weet
En hij zegt Rie, terwijl ik officieel Maria heet
Maar dit terzijde want daar gaat het nu niet om
Ik wil al jaren openlijk verklaren
Ik ben eigenlijk een soortement van BOM



"Bewust Ongehuwde Moeder
Kijk."



Ik word als moeder nu al eeuwenlang tentoongesteld
Terwijl dat eigenlijk voor mij nou juist het minste geldt
Ik ben met Jos, maar deze baby is geen kind van hem
Al staat dat wel in de archieven van Jeruzalem
Ik ben de moeder van dit kind, tot zover klopt het wel
Maar ik werd zwanger na 't bezoek van engel Gabriel



"Engelen, sst!"



Als de liederen weerklinken
Met hun belletjes en klokjes
Met hun sterretjes en vlokjes
Gaan er altijd weer wat schokjes
Door mijn hart en door mijn ziel
Want ik laat me potverdrie
Nou al bijna twntig eeuwen
Als symbool van maagd en moederschap
Volledig ondersneeuwen
Maar ik zou wel willen schreeuwen
Dat die rol me van 't begin af niet beviel



Oh, als ik nu toch had geleefd
Dan had ik zeer beslist
Een goeie baan, ik las Opzij en ik was feminist
De kleine Je ging naar een katholieke kresj
En Jos was huisman
En kwam ik 's avonds thuis dan
Stond hij met hapjes klaar, twee glazen en een fles
BOM: Bijvoorbeeld Overheerlijke Madeira



Ik ben het zat om ieder jaar weer in die stal te staan
Als ik vandaag zou leven pakte ik het anders aan
Een lekker huis, een leuke hond
Een fijne vriendenkring
En af en toe eens met de kleine naar de Efteling
En als ie jarig is, met kerst, dan kwam het hele stel
Familie, vrienden en natuurlijk zijn oom Gabriel



"Engelen, oehoe, nog eventjes, sst!"



Ach, ik zal wel weer berusten
Ik zal toch nooit kunnen vluchten
'k Heb m'n hart es kunnen luchten
En dat lucht ontzettend op



Nou iets anders, en dat vraag ik u beleefd
Namens ons allen
Zoek in hemelsnaam nou eens
Een ander plekje voor uw stallen
Want elk jaar wanneer de boom z'n naalden
Stuk voor stuk laat vallen
Krijgen wij die dingen steevast op ons kop